‘We kunnen nu eenmaal niet in de toekomst kijken, dus we zijn niet in staat om te weten wat er morgen gaat gebeuren’, stelt Rini van Solingen. Zo snel verandert de wereld om ons heen. Het heeft wel zin om lange termijn plannen te maken, alleen weet je van tevoren dat je ervan af zult wijken. Het is daarom zinvol om je organisatie ’zodanig in te richten dat die in staat is om zowel proactief als reactief met dergelijke afwijkingen om te gaan; responsive dus.
‘Responsiveness is een vaardigheid om je zo waardevol mogelijk, als een Barbapapa, aan je omgeving aan te passen’, zegt Van Solingen. Om responsive te kunnen zijn, is het essentieel om onzekerheid als je enige zekerheid te accepteren. Lastig, maar niet onmogelijk, want Van Solingen signaleert negen patronen die altijd terugkomen in organisaties die responsiveness omarmen en diep in hun DNA verankeren.
In zijn boek beschrijft hij die negen patronen aan de hand van een dialoog tussen Ron en Mark die samen een rondje golfbaan lopen. Iedere hole staat voor een onderdeel van een responsive enterprise.
Negen Holes – eigenschappen van een responsive enterprise
1. Autonome teams
Om snel en efficiënt te kunnen reageren is het essentieel dat je met autonome teams werkt die bovendien niet te groot zijn. ‘Zeven of acht personen is ideaal. Hoe groter je wordt, hoe vaker je moet overleggen, hoe groter de kans op meningsverschillen en hoe langzamer je tot actie kunt overgaan.’
2. Zelfschalende cultuur
Zodra een team succesvol is, zal het groeien. Als een team te groot wordt, is het tijd om het op te splitsen’, zegt Van Solingen.
Om teams gefocust de houden, wedijveren ze wel met elkaar op prestaties, maar zijn ze niet elkaars concurrent, want je werkt uiteindelijk allemaal voor een:
3. Overkoepelend ambitieus doel
Je werkt samen aan een hogere ambitie. Er is een overkoepelend, ambitieus doel dat je als bedrijf nastreeft. Onderling wedijveren is goed, zolang dat helpt om gezamenlijk beter te presteren.
4. Extreme transparantie
Essentieel is dat er een extreme transparantie heerst binnen je organisatie. Iedereen heeft het recht alles te weten wat nodig is om geïnformeerde beslissingen te nemen. En iedereen weet waar welke informatie te vinden is.
5. Alles draait om de klant en de klantwaarde
Dat is de kern van het responsive enterprise model. Van Solingen: ‘Ik noem dat ook wel het Copernicusprincipe. Zoals Copernicus ontdekte dat de zon om de aarde draait en niet andersom, zo zullen organisaties zich bewust worden dat alles om de klant draait, en niet om henzelf.’
Een aantal websites, zoals Booking.com heeft dat goed begrepen. Afhankelijk van wie een hotel bekijkt, worden de foto’s op de site aangepast. Van Solingen: ‘Ik wil graag weten waar het hotel ligt, dus ik krijg als eerste een kaart van de omgeving te zien. Mijn vrouw is juist nieuwsgierig naar de sfeer, dus die krijgt foto’s van bedden met rozenblaadjes erop en kunstig gevouwen handdoeken. Net als die websites is het belangrijk dat alle bedrijven tegenwoordig een zo persoonlijke en uniek mogelijke benadering bieden; die het best past bij elke individuele klant.’
6. Experimenteer veel
Omdat de wereld versnelt en complexer wordt is er geen tijd meer om rustig na te denken en alternatieven uit te proberen. Tijdens de eerste stap ontdek je pas wat de beste tweede stap moet zijn. Die manier van werken vraagt een flexibele geest én de bereidheid om te experimenteren. ‘Doen is daarmee belangrijker geworden dan nadenken. Zo kun je tegelijkertijd je organisatie innoveren én de klant leveren wat je beloofd hebt. De klant staat altijd centraal en daaromheen probeer je nieuwe oplossingen te vinden.’
7. Individueel ondernemerschap en vakmanschap
De beste manier om de beste mensen te trekken is door ze de beste mogelijkheden tot persoonlijke groei te bieden. Deskundige en ondernemende werknemers werken graag bij een bedrijf dat zelf ook het meest wendbare bedrijf probeert te zijn. Iedereen is intrinsiek gemotiveerd om het eigen vakmanschap te ontwikkelen en eigen ideeën na te jagen. ‘Geef jouw mensen die vrijheid’, stelt Van Solingen daarom, ‘het betaalt zich dubbel en dwars terug in goede ideeën, échte innovaties en daardoor ook klanttevredenheid’.
8. Ritme als houvast
Ook als de enige zekerheid onzekerheid is, loont het de moeite om, waar mogelijk is, zoveel mogelijk stabiliteit in je bedrijfsprocessen in te bouwen. Dat kan door een vast ritme, een kort-cyclsiche stabiele cadans, een strak en snel schema; maak afspraken en zorg dat je levert. Daarmee ben je voorbereid op het onverwachte, en heb je in je ritme voor al het onverwachte al een ‘landingsplaats’ klaarliggen.
9. Software en data-automatisering
De wereld kunnen we niet programmeren, maar software en data wel. Doe dat zoveel mogelijk. Software schaalt onbegrensd, en data is het nieuwe goud; data helpt je te voorspellen wat wel succesvol zal zijn en wat niet.
Geen verandering zonder pijn
De urgentie om te veranderen wordt door veel bedrijven wel gevoeld. Of ze daar ook in slagen hangt voor een groot deel af van de branche waarin ze opereren. ‘De dynamiek in de energiesector is bijvoorbeeld hoger dan ooit. Bedrijven in die sector hebben geen keus en staan dus erg open voor vernieuwing; niets doen is sowieso verkeerd.’
Toch is zo’n omslag verre van eenvoudig. ‘Geen verandering zonder pijn. Veel mensen hebben behoefte aan structuur, juist ook in een dynamische omgeving en die nemen we ze juist af. Gewoon beginnen helpt om te leren omgaan met onzekerheid en die te accepteren. Zoek naar al jouw laatste restjes faalangst en neem er afscheid van.’
(Juist) ook in de boardroom
Ook in de boardrooms is werk aan de winkel, weet Van Solingen. Daar treft hij de grootste belemmering voor verregaande responsiveness aan. ‘Op die plaats is men gewend om veranderingen voor anderen te bedenken en door hen te laten uitvoeren. Zelf, als persoon, veranderen is daar vaak een heel nieuwe ervaring. Afscheid nemen van wat altijd werkte en je gebracht heeft waar je bent, is namelijk niet eenvoudig.’
Maar als je als bedrijf responsive wilt worden, dan is dat een verandering voor iedereen. Ook van bestuurders wordt gevraagd dat zij hun ego bij de deur achterlaten voor ze het kantoorpand binnenlopen. Met een hiërarchische organisatie ga je het niet redden om snel en wendbaar operationele beslissingen te nemen, stelt Van Solingen: ‘Hiërarchie is best nuttig, maar voor het échte werk op dagelijkse basis en de beslissingen die daar genomen worden, is de de hiërarchie niet langer geschikt.’.